De constructie

Nu eerst een boodschappenlijstje;

Diverse soorten pijpmateriaal voor het makken van de poten, de swing en diverse (afstand)busjes. De pijp voor de poten zelf is naadloos dikwandige constructiepijp (de dikte is afhankelijk van de originele vorkdiameter), voor de swing normaal constructiepijp van 1" (33,5mm)



Plaatmateriaal, voor de schokbrekerbevestigingen (staal 8 mm dik) , remklauwsteunen (aluminium of stalen strip) enz.



Een set schokbrekers, de normale achterschokbrekers van een middelzware motor zijn prima.



Een set rubberscharnierbussen. Ik gebruik ze van Eriks (groothandel in Alkmaar) type Flexibloc 561-213, hier gaat een 12 mm bout doorheen. Op de foto staan ook de stalen bussen die om de flexiblocs heengaan en de twee vorken waar ze tussenin komen.


En uiteraard een wiel, balhoofdsplaten en remklauw(en), hier zijn ze van een Yamaha TR1 met dubbele schijfrem. Maar je kan ze ook tegenkoemen van de BMW K100 van Wilma die ik in begin 2005 heb omgebouwd.

 

 

De voorbereidingen voor het buigen van de poten zijn allereerst de maat van de pijp bepalen aan de hand van de balhoofdplaten. Bij de gebruikte platen van de Yamaha was de dikte van de standaard voorvork poten 37 mm, van de BMW 41,5 mm. De dichtst bijkomende handelsmaat dikwandig pijp is 38,3 c.q. 42,5mm met een wanddikte van 5 mm deze draaien we af over een lengte van 27 cm (de hoogte van de twee balhoofdsplaten) naar de dikte van de originele poten. Er blijft dan nog genoeg wanddikte over.

LET OP! het afdraaien moet wel als eerste gebeuren, want als de pijp eenmaal gebogen is kan hij niet meer in een draaibank.

Een tweede optie is om met een ruimer de openingen in de balhoofdplaten op te ruimen naar de dikte van de buizen.

De lengte van de buizen verschilt per motor, maar als je twee stukken van een meter hebt kom je niet te kort. In mijn geval moeten ze ongeveer 75 cm lang zijn.

Hier links zie je de buizen zoals ze gebogen zijn. De dikwandige zijn eerst afgedraaid op de maat van de oude voorvork en toen gebogen. De plaats van de bocht en hoeveel je hem buigt is een kwestie van smaak, de naloop bepaal je pas als je de scharnierpunten op de swing zelf last. De normale constructiebuizen zijn hier gebogen uit één stuk, die moeten nog gezaagd worden. Rechts zie je de twee buizen in de balhoofdplaten zitten.

 

De volgende stap is het maken van de swing om het voorwiel heen. Omdat de meeste buigpersen geen bocht van 180º kunnen buigen wordt de swing uit twee delen gemaakt die je achter het wiel aan elkaar last. Ik draai altijd een klein stukje pijp af wat ik in deze buizen schuif en dan eromheen vastlassen (zie het plaatje links). Er moet natuurlijk een V-naad inkomen om het geheel goed te kunnen lassen en de breedte ter plaatse van de vooras moet ook juist zijn om alles te kunnen bevestigen, zoals remklauwen/schijven, kilometertelleraandrijving enz. Daarom is het noodzakelijk dat de twee bevestigingen van de vooras ook al gereed zijn voordat je de swing in elkaar last. Linksonder zie je de swing van de BMW en rechts die van de Yamaha.

 

 

Hiernaast zie je de twee bevestigingen van de Yamaha vork Eéntje is met klem, net zoals de originele bevestiging. (in dit geval is deze afkomstig van een oude achterbrug maar het is ook makkelijk zelf te maken) de ander is gedraaid uit een stuk massief rond en heeft al een bevestigingsrand voor het kogellager waar straks de remklauwbevestiging op gemonteerd wordt.






Hiernaast zie je de onderste swing verder in elkaar gelast met alle bevestigingen erop.

Het is ook erg gemakkelijk om even een tekeningetje te maken van de volgorde van alle onderdelen op de vooras. Dit i.vm. het later weer monteren. Je zit namelijk altijd met b.v. een kilometerteller aandrijving, de lagers van de remklauw steun(en), vulbussen/ringen enz.

 

Je ziet op de swing de as bevestiging, de platen voor de schokbrekers en de spatbordsteun, de twee "U"-vorken voor het scharnierpunt enin het midden nog een steuntje voor het spatbord. De bevestigingsplaten zitten bij de Yamaha vork aan de buitenzijde van de buis, dit omdat de schokbrekers dan mooi recht uitkomen op de vorkpoten. Deze swing is namelijk iets breder dan de vork.
De spatbordbevestiging wordt uitgemeten met het wiel erin.


De plaats waar de scharnierpunten zitten wordt behandeld op de pagina over de metingen.

Hier zie je hoe ik het wiel heb uitgelijnd bij de BMW K100. En zo ook de exacte plaats voor de scharnierpunten bepaald.

Allereerst heb ik, nadat de twee voorvorkpoten er goed inzaten (met een hulpstaaf meten vanuit het draaipunt van het balhoofd) het stuur in de rechtuitstand vastgezet met twee bindriemen (foto links) daarna van lasdraad een hulpdraadje gemaakt die recht vooruit wijst en dan met de uitlijnstaaf door het balhoofd het wiel recht vooruit gezet (foto onder) Met een waterpas wordt gecontroleerd of het wiel net zo recht staat als het achterwiel.

 

 

 

 

 

 





Hier de foto van de vork met alle delen erop gelast. Van onder naar boven; de bussen om de scharnierbussen in te doen, de verstevigingsbrug (deze brug wordt pas vastgelast na het uitrichten van de gehele voorvork, zie ook de meetmethodes) en de schokbrekerbevestiging.
Ook deze bevestigingspunten moeten afgetekend worden met de vork in elkaar gezet en zijn uiteraard afhankelijk van de gebruikte schokbrekers. Op deze foto zijn de bevestigingen van de trekstangen van de remmen nog niet gemonteerd.

En het laatste wat nog geconstrueerd moet worden is de bevestiging voor de remklauw, of zo als in dit geval; de remklauwen. Rechts zie je op de foto dat ik ze van staal heb gemaakt. De onderste ringen komen om een kogellager heen, de remklauw wordt bevestigd aan de twee bussen die er zijn opgelast en bovenaan komt de trekstang die weer aan de vork vastkomt. Deze constructie is voor zowel de Yamaha als de BMW nagenoeg gelijk en zal ook voor andere merken/types toe te passen zijn.

Nu rest alleen nog maar het verven/spuiten van het geheel. Houdt er rekening mee dat de delen die in de balhoofdsplaten komen niet te dik in de verf komen te staan, dan past het namelijk niet meer. Links zie je een foto van het eindresultaat van de Yamaha vork en rechts die van de K 100.

 

 

 

 

 

 

 

 


Met de Yamaha is inmiddels al een flink eind mee gereden, tot grote tevredenheid van de bestuurder !

Nog een paar laatste opmerkingen:
De bouten die door de scharnierbussen, Flexiblocs, en de "U" klemmen heen lopen moeten goed vast zitten. Het is de bedoeling dat het rubber van de flexiblocs de scharnierbeweging opvangt en niet dat de bout gaat draaien door de bus, dit geeft slijtage.

De verstevigingsbrug die onderaan  op de poten gelast is kan niet weggelaten worden. Deze geeft een essentieel deel van de stevigheid aan de vork, zeker voor zijdelingse belastingen. Ik heb het zelf geprobeerd, het is geen rijden, want de poten draaien door de balhoofdsplaten heen!

Let ook even op een bevestigingspunt voor de opnemer van het digitale (fiets) km-tellertje, indien toegepast.